Rond het licht dat leven doet
Rond het licht dat leven doet
Lied 287
Rond het licht dat leven doet
groeten wij elkaar met vrede;
wie in voor- of tegenspoed
zegen zoekt, mag binnentreden, –
bij de Heer zijn wij hier thuis,
kind aan huis.
Rond het boek van zijn verbond
noemen wij elkaar bij name,
roepen wij met hart en mond
levenswoorden: ja en amen –
als de kerk van liefde leest
is het feest!
Rond het water van de doop
komt de Rode Zee ter sprake;
droogvoets, tussen nood en dood
volgen wij een brandend baken;
in het nachtelijk uur
vlamt een vuur.
Rond de tafel, in de kring,
staat ons land, de oogst voor ogen, –
neem en eet, drink en gedenk,
proef hoe zoet: Gods mededogen,
die ons schenkt in de woestijn
brood en wijn.
Rond het licht dat leven doet
groeten wij elkaar met vrede.
Paaslicht straal ons tegemoet,
zegen wie uw liefde delen, –
licht dat dit geheim behoedt:
God is goed.
Lied 287 uit het Liedboek
André Troost.
De ruimte van de kerk en wat daar te zien is heeft de dichter geïnspireerd tot het schrijven van dit lied.
Het lied heeft mij weer geïnspireerd tot het maken van een quilt.
Het woordje ‘rond’ waarmee elke strofe begint, verbeeldt een kring van mensen die als gemeente is samengekomen om de eredienst te beleven.
Hoe verschillend iedereen ook is, één ding hebben we gemeenschappelijk, we zoeken de zegen rond het licht dat leven doet.
Wie zegen zoekt is welkom en mag zich kind aan huis weten bij de Heer.
Strofe 1: Rond het licht dat leven doet, groeten wij elkaar met vrede.
In de quilt de contouren van een duif, symbool van de vrede.
Strofe 2: Als de kerk van liefde leest, is het feest.
De lijnen van het dak en het kruis vormen de kerk, de vrolijke kleuren verwijzen naar het feest.
Strofe 3: Rond het water van de doop, komt de rode zee ter sprake.
Exodus 14 vertelt ons het verhaal over een pad in de zee.
Links en rechts van het pad is het water als een muur.
Het water en de druppels verwijzen naar de doop, de muren naar het verhaal over de tocht door de Rode zee.
Strofe 4: Rond de tafel, in de kring. In het midden van de quilt zeven figuren rond een tafel.
Deze staan symbool voor de gemeente die samenkomt om het avondmaal te vieren.
Neem en eet, drink en gedenk, proef hoe zoet:
Gods mededogen, die ons schenkt in de woestijn, brood en wijn.
Het kruis en de korenaren verwijzen naar het brood en de wijn.
Onderaan een streep woestijn.
Zeven waterdruppels en zeven mensen, het getal van de volheid.
Strofe 5: Paaslicht straal ons tegemoet, zegen wie uw liefde delen, licht dat dit geheim behoedt.
In de kerk zien we de vlam van de paaskaars.
De rechte quiltlijnen staan symbool voor de zegen die over ons wordt uitgesproken.
God is goed!